hoefbevangenheid

Hoefbevangenheid

Hoefbevangenheid (Laminitis).

Ontsteking van de gevoelige laminae die tussen de hoef en het bot van de voet (hoefbeen) liggen.
Hoefbevangenheid kan acuut of chronisch zijn.

Bij acute hoefbevangenheid is ernstige pijn in de voeten een constant symptoom. Het paard is meestal van streek, zweet en beeft. In de slagaderen onder de kogel is een bonzende, snelle hartslag voelbaar. De voorvoeten worden meestal ernstiger getroffen als de achtervoeten. Daardoor staat het paard met de achterbenen onder het lichaam en de voorbenen uitgestrekt  in een poging de druk op en dus de pijn in de voorvoeten te verminderen ( zie foto rechts boven).
In minder ernstige gevallen tilt het paard afwisselend de ene voet na de andere op. Later in het verloop van de aandoening voelt de voet koud aan, terwijl de kroonrand heet is.

Bij hoefbevangenheid  treed een scheiding op bij de verbinding tussen hoef en hoefbeen. In combinatie met het trekken van de pees van de diepe buigspier kan dit de rotatie van het hoefbeen veroorzaken. De punt van het geroteerde hoefbeen oefent op zijn beurt druk uit op de zool, waardoor deze plat wordt. In ernstige gevallen penetreert het bot de zool van de hoef (zinker genoemd). Als de scheiding tussen hoef en hoefbeen uitgebreid is, kunnen zich verdere complicaties ontwikkelen, waarbij de niet ondersteunde benige kolom de voet in zinkt en er langdurige veranderingen ontstaan die zeer moeilijk beheersbaar zijn.

Oorzaak Hoefbevangenheid.

Kenmerkend is een plotselinge overbelasting van het spijsverteringskanaal met koolhydraten , hetzij vers, jong gras of granen. Dit bevordert een stroom van melkzuur producerende bacteriën. Het hoge gehalte aan  melkzuur doodt de normale bacteriën in de dikke darm en beschadigt de slijmvlieslaag ; vervolgens kunnen endotoxines uit de dode bacteriën en het melkzuur het vaatstelsel binnendringen. Elke aandoening die vorming van endotoxines veroorzaakt, kan dus tot hoefbevangenheid leiden. De aanwezigheid van deze giffen in het lichaam leidt tot een toename in de bloeddruk en de ontwikkeling van een vreemdsoortige omleiding van het bloed naar de voet, waarbij de bloedtoevoer langs de kroonrand loopt en nooit het onderste deel van de voet bereikt; dit leidt tot een gebrek aan zuurstof en een gebrek aan toevoer van essentiële aminozuren naar de laminae. De afname in de bloedstroom en de reactie van de gevoelige laminae op dit insult veroorzaken een intense pijn. De laminae degenereren en bloed en serum verzamelen zich tussen de hoef en het bot en veroorzaken een scheiding. Dit veroorzaakt dan rotatie van het hoefbeen, of in ernstiger gevallen het zinken van de gehele botkolom binnen de uitwendige structuren van de voet.

Hoefbevangenheid  wordt vaak tevens in verband gebracht met :
Insuline resistentie, Ziekte van Cushing, Medicijnen (met name Corticosteroïden) , Stress (overmatig Cortisol gehalte).