Kreupel paard
Bij een kreupel paard is het dragen van gewicht op het aangedane been mogelijk, maar moeizaam. Ook kan het kreupele paard zijn gewicht van het ene been naar het andere been verplaatsen. In stap heeft het kreupele paard een verkorte of schuifelende gang en dit verergert op een harde bodem.
Andere mogelijke symptomen: een verhoogde hartslag, warme benen of hoeven, zwellingen en pijn bij het aanraken van been of voet.
Een ernstig kreupel paard is niet in staat zijn gewicht op een bepaald been te zetten.Er hoeven geen uiterlijke tekenen van een zwelling of een wond te zijn. Het paard kan kreupel zijn aan een of meer benen. Het paard zal niet graag zijn voeten optillen en wil soms helemaal niet bewegen.
Minder ernstige kreupelheden kunnen met rust herstellen, bij anderen is behandeling vereist. Steengallen kunnen bijvoorbeeld een lichte kreupelheid veroorzaken, die nauwelijks zal worden opgemerkt, vooral niet als beide voorbenen zijn aangedaan. Een gekneusde zool zal een dag of twee lichte kreupelheid veroorzaken. Een verkorte gang kan een voorbode zijn van hoefkatrolontsteking, of een andere langdurige aandoening die wordt veroorzaakt door harde schokken of een klap. Dit soort aandoeningen kan uiteindelijk leiden tot botverandering en aandoeningen zoals overhoef of spat.
De aandoening pijnlijke pezen (sore shins) die is veroorzaakt door overbelasting bij een jong paard, zorgt ook voor verkorte of onregelmatige gangen. Kleine spierverrekkingen en verrekkingen van de gewrichtsbanden zijn soms alleen te zien in draf, waarbij het paard onregelmatig loopt. Verder kunnen lichamelijke letsels veroorzaakt door balbetrapping of strijken lichte kreupelheid veroorzaken.